Taaltips en beter taalgebruik
Taaltips
Verschillende / verscheidene / meerdere
Verschillende: nadruk op verschil
Verscheidene: een aantal, vele, meer dan één
Meerdere: alleen in de betekenis van ‘superieure’: X is onze meerdere
‘Meerdere’ wordt niet meer afgekeurd in de zin van ‘meer dan één’.Terug / weer / opnieuw
Terug: heeft te maken met PLAATS – bvb. heen en terug
Weer en opnieuw: te maken met TIJD: bvb: ik ben weer ziekDit / dat
Dit: verwijst naar iets dat nog moet komen. Bvb. dit staat vast: ik ben ziek
Dat : verwijst naar iets dat al gezegd is. Ik ben ziek. Dat staat vastDie / dat
Het meisje van de buren, dat.... “Dat” hoort wel bij een het-woord: altijd bij onzijdige zelfstandige naamwoorden.
De jongen van de buren, die … “Die” hoort bij een de-woord = altijd bij mannelijke of vrouwelijke zelfstandige naamwoordenBinnen / over
Binnen de twee weken: kan dus binnen een dag, twee dagen, drie, vier..
Over twee weken: exact over 14 dagenPlaatsvinden / doorgaan
Doorgaan: alleen als er twijfel , uitstel is. Bijvoorbeeld: ondanks alles, gaat het feest door. (doorgaan= toch plaatsvinden)
Plaatsvinden: vb. het feest vindt plaats op 27 januari.Als / wanneer
Als: vergelijking, voorwaarde. Als je braaf bent, krijg je lekkers of Als hij komt, gaan we eten.
Wanneer: tijdsaanduiding OF TELKENS als: wanneer hij komt, gaan we samen eten (telkens als hij komt, elke keer weer).Verder / voort
Verder: afstandsaanduiding
Voort: doe zo voort.
En …Voorts waren er 3 clownsWaaronder / onder wie
Waaronder: bij voorwerpen. De stoelen, waardonder 3 klapstoelen
Onder wie: de politici, onder wie de burgemeesters van…
Maar in de spontaan gesproken taal wordt ‘waaronder’ ook voor personen gebruikt.Enkelvoud / meervoud
zo’n 100 mensen zijn
een honderdtal mensen is
50% van alle journalisten is
Bij ‘een honderdtal’ kan ook het meervoud. Hangt van de accentuering af.Zaakvoerder / uitbater
Zaakvoerder: iemand die ene zaak leidt voor iemand anders
Andere gevallen: uitbater, winkelier, exploitant, directeur, bedrijfsleiderBeter taalgebruik
Vaak gehoord Beter akkoord zijn akkoord gaan solden koopjes inritten opritten (garages) kaderen in passen in kwart na 6 kwart over 6 dagdagelijks dagelijks parlementair parlementariër of parlementslid op een sisser aflopen met een sisser aflopen omstaanders omstanders politici treden uit politici treden af moest... mocht... 2 hekkens 2 hekken gans (=dier) heel zo'n (enkelvoud) zulke (meervoud) syndicaat vakbond mutualiteit ziekenbond grootwarenhuis warenhuis de charter het charter de convenant het convenant het NIRAS de Nationale INSTELLING (dus 'de' NIRAS) beroep doen op een beroep doen op uitprinten afdrukken ik noem Erik ik heet Erik eensgezinswoning eengezinswoning enigste enige (eniger dan enige kan niet) polshoogte nemen poolshoogte nemen (het gaat over de Poolster) paranoia je bent paranoïde (paranoia is de aandoening) niet het minst (tamelijk veel) niet in het minst (absoluut niet) een hele grote man (dus geen ‘halve’ ?) een heel grote man (heel=hier bijwoord) op het scherpst van de snede op het scherp van de snede (een snede is overal even scherp)